Het L.C.T. Bigot-Fonds

Wie was L.C.T. Bigot (1867 - 1951)

In 1905 wordt Bigot benoemd tot directeur van de Kweek­school van onderwijzeressen in Arnhem. Hij heeft dan al bijna twintig jaar onderwijservaring. Eerst als onderwijzer, later als hoofd van de openbaar lagere school der eerste klasse in de Potgieterstraat in Amsterdam. Ook dan al is hij naast het werk in zijn eigen school actief in de vakorganisatie. Van 1899 tot 1904 is hij voorzitter van het Nederlands Onderwijzers Genootschap.

Hoeveel meesters en juffen de theorie van het onderwijs uit de boeken van Bigot hebben geleerd is natuurlijk niet na te gaan. Maar het moeten er velen zijn!

In 1926 wordt bij J.B. Wolters (Groningen, Den Haag, Batavia) een vierdelig handboek uitgegeven. Bigot heeft zich verzekerd van de medewerking van professor Kohnstamm en andere wetenschappers, maar samen met Gilles van Hees heeft hij de eindredactie.
De titel is duidelijk Pedagogiek, opvoedkunde voor de kweekscholen. De vier delen behandelen Psychologie, Het Kind, De School en Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs.

Het directeurschap, het werk voor 't Nut en het schrijven van studieboeken moeten wel een overvolle agenda geven. Maar de werkkracht van Bigot is zo groot dat hij er nog wat bij kan doen. Hij wordt vice-voorzitter van de Kweekschoolbond, school­opziener in het Arrondissement Wageningen, voorzitter van de commissie van toezicht op het lager onderwijs en is uiter­aard lid van verschillende examencommissies.

bigot

L.C.T. Bigot bij zijn afscheid als redacteur van het blad Volksontwikkeling in 1947.

(foto beschikbaar gesteld door
dhr. Helsloot)

Het culturele leven in onze stad heeft met de komst van Bigot een belangrijke impuls gekregen. Het spreekt bijna vanzelf dat hij weer een afdeling van 't Nut opricht (het oude Departement was in 1910 opgeheven) en daar voorzitter van wordt. Samen met anderen zet hij zich in voor de oprichting van een Openbare Leeszaal.

Op zijn 84-ste verjaardag, 1 december 19 51, overlijdt deze veel­zijdige leraar, auteur, publicist en bestuurder.

Het is aardig te vermelden en typerend voor Bigot dat hij zijn boeken dikwijls begon met een gedicht.
In deel II van de serie “Het kind” neemt Bigot een gedicht van Henriette Roland-Holst als uitgangspunt. Dit als stimulans voor de student

Hier, neem uw staf;
Hef in vreugde uw gezicht
Make ’t heilig besef aan Gods werk mee te bouwen
Al uw gangen licht

Wie was Dr. John H. Wansink (1894 - 1985)

Het is erg moeilijk in het kort bestek een karakteristiek van Wansink te geven. Toen hij op19 jarige leeftijd als onderwijzer begon was hij reeds in het bezit van de lagere akten lichamelijke opvoeding, tekenen en wiskunde. Binnen drie jaar behaalde hij de hoofdakte en de akten Frans, Engels en boekhouden. Na het behalen van de middelbare akten wiskunde werd hij in 1921 benoemd tot wiskundeleraar aan de H,B,S. in Arnhem.

Het is voor ons nu haast niet te  geloven hoeveel moeite het Wansink heeft gekost toegelaten te worden tot een universitaire studie: hij had een hele reeks akten en diploma’s, was leraar aan de H.B.S. maar bezat zelf geen gymnasium of H.B.S-diploma en dat laatste is een eis om toegelaten te worden tot een universiteit.

Het is hem echter gelukt en in 1931 promoveerde hij tot doktor in de wis-en natuurkunde. Maar niet zijn veelzijdige kennis of zijn grote intelligentie zijn reden geweest de prijs naar hem te vernoemen. Hij was niet tevreden met de manier waarop de meeste leerboeken de stof behandelden. Wansink ging zich bezig houden met de didactiek van de wiskunde en werd één van de grondleggers van de vakdidactiek voor het wiskunde-onderwijs.

Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan- waarvan een aantal vertaald in het engels- en was ook na zijn pensionering in 1959 (hij was toen directeur van wat nu de Lorentz Scholengemeenschap heet) een graag geziene gastdocent in binnen- en buitenland.

Dr.Joh.H.Wansink is op 30 okt. 1985 in Arnhem overleden. Hij was 91 jaar.

Voor wie meer wil lezen over Bigot of Wansink verwijzen we naar het boekje “Vakbekwaam en inspirerend” geschreven door C.M. Frenay bij het 40 jarig jubileum van het Bigotfonds.